Begin juni wordt altijd een van de langst lopende weekendtoernooien van Nederland gehouden: het Open Kampioenschap van Utrecht, beter bekend als het OKU. De huidige speellocatie, het Utrechts Stedelijk Gymnasium, zorgt mede voor de ongedwongen sfeer die er altijd heerst en het weer werkt daar ook vrijwel altijd aan mee zodat tussen de partijen door op aangename wijze buiten een luchtje geschept kan worden. Op de borden wordt op elk niveau uiteraard op het scherpst van de snede gestreden om de vele prijzen en prijsjes die er bij dit toernooi te winnen zijn en dat leidde dit jaar tot twee gevallen die vooral bij de betrokkenen flink wat ophef veroorzaakten.
Natuurlijk heb je altijd wat kleine dingen. Spelers die bij de start niet op komen draven. Een daarvan bleek zich dat weekend ook voor een ander toernooi ingeschreven te hebben en hij koos voor het Open NK Lightning Chess in het Willem ll-stadion in Tilburg. Zou hij thuis vooraf kop of munt gegooid hebben? Een claim voor een onreglementaire zet kwam ook voorbij maar die speler had nog niet de klok ingedrukt dus was die zet nog niet voltooid. Dan kan je hem dus straffeloos corrigeren en de tegenstander krijgt geen twee minuten! Een klacht over een te veel pratende speler tegen een bekende als hij niet achter zijn bord zit, ook dit was makkelijk op te lossen. Maar die zaterdagmiddag zat het voor de wedstrijdleiding niet helemaal mee:
(foto: Edith van Putten)
In de top van de C-groep blijft er na het begin van de derde ronde een plek leeg aan een livebord door een miscommunicatie bij het verwerken van een bye. Geen nood, die plek kan makkelijk ingevuld worden door een andere speler uit die groep. Het verschil in punten is wel wat ruim maar het moet net kunnen. Iedereen kan dan tenminste spelen. De man van middelbare leeftijd met een moeilijk uit te spreken naam neemt plaats en na het schudden van de handen gaat de partij beginnen. Na een half uur komt er wat rumoer uit die hoek en de jonge tegenstander van die man komt naar ons toe met een klacht: hij noteert zijn zetten niet! Dat kan natuurlijk niet en een van mijn collega’s gaat er op af. De reden blijkt te zijn dat er op een livebord geen coördinaten staan en hij daardoor niet de velden weet te benoemen. Na overleg zijn wij, de arbiters, het snel met elkaar eens. We halen tien minuten van zijn tijd af en ontslaan hem verder van notatieplicht. Als mijn collega hem dat vertelt, is hij het er helemaal niet mee eens en luidruchtig begint hij te protesteren. Uiteraard blijven wij bij ons besluit en dat doet hem bijna in woede ontsteken. Een clubgenoot van hem moet er aan te pas komen om hem een beetje tot bedaren te brengen. Het slot van het liedje is dat hij weigert verder te spelen, gelijk naar huis gaat en zich terugtrekt uit het toernooi. Jammer, want het was toch een mooie, simpele oplossing. Tegen inlevering van tien minuten hoefde hij niet meer de zetten op te schrijven en om de hoeveelheid tijd die hij nog over had, hoefde hij zich niet druk te maken. De partij was in dat half uur al zover gevorderd dat je zo kon zien dat ze nooit en te nimmer de volledig beschikbare tijd zouden gebruiken!
Tegen het einde van de ronde op die zaterdagmiddag wordt mijn collega bij een livebord in de top van groep A geroepen. Daar zit de na lange tijd in de arena teruggekeerde Roel Donker tegen de ons allen welbekende GM Zhaoqin Peng. Beiden noteren al even niet meer. Donker claimt bij de arbiter remise voor drie keer dezelfde stelling. Mijn collega aarzelt even, wat nu te doen? Dan wordt hij lichtelijk van zijn stuk gebracht door een uitroep van Peng: “Als je niet meer noteert kan je ook niet claimen!” Is dat zo? Hij besluit om even te overleggen maar laat de partij ondertussen verder gaan. Het schijnt dat sommigen van mening zijn dat de computer niet geraadpleegd mag worden voor dit soort zaken. In mijn optiek kan dit wel en na het bekijken van de zetten van de partij zien we dat de claim van Donker terecht is. We lopen naar het bord om dit te gaan vertellen maar daar aangekomen zien we dat de partij net afgelopen is omdat Roel Donker door zijn vlag is gegaan! Toch willen we als wedstrijdleiding de uitslag op remise houden vanwege die toch terechte claim. Peng is het daar totaal niet mee eens en na enige discussie wordt de zaak voorgelegd aan de beroepscommissie. Bijkomende details: Donker noemde de zet die hij wilde gaan spelen maar vergat hem op te schrijven. Wij zagen overigens op de computer dat de stelling op het moment van claimen al drie keer was voorgekomen. De notatieformulieren waren wel al net ondertekend maar daar zou je artikel 8.7 van het FIDE-reglement op toe kunnen passen: ‘Als de uitslag op het notatieformulier incorrect is, blijft de uitslag gehandhaafd tenzij de arbiter anders beslist.’ Het is een lastige zaak waarvoor van beide kanten wat te zeggen valt en de vraag is dan ook welke punten de commissie het zwaarst zal laten wegen. Ze besluiten uiteindelijk na grondig overleg aan Peng de overwinning toe te kennen. Roel Donker is daar zeer teleurgesteld over en hij is daar zo door aangeslagen dat ook hij zich voor de rest van het toernooi terugtrekt omdat hij weet dat tijdens de resterende partijen zijn concentratie niet optimaal zal zijn omdat dit voorval door zijn hoofd zal blijven spoken.
Tijdens de prijsuitreiking op zondag zit ik redelijk achteraf op een stoel naast een tafel de verdeling van de prijzen gade te slaan. Als het grootste gedeelte daarvan achter de rug is, staat er opeens een jongen naast mij. Het is een toppertje uit de C-groep, hij tikt op mijn schouder en vraagt: “Moeten de snelste rondewinnaars nog een keer naar voren toe komen straks, hoorde ik dat nu goed?” Ik kijk even bedachtzaam en geef dan antwoord: “Nee joh, alleen die van de laatste ronde moet nog naar voren komen, want we weten niet meer wie dat was omdat het blaadje zoek is waar zijn naam op staat!” Argwanend kijkt hij mij aan, tenslotte zegt hij: “Ik ga het toch nog even aan een ander vragen!” En hij loopt naar de tafel van de wedstrijdleiding waarnaast een ander lid van de organisatie plaats heeft genomen om de prijsuitreiking te volgen. Waarom zou hij mij niet geloven? Ik zie hen even smoezen, dan draait de jongen zich resoluut om en wandelt op gepaste afstand langs mij heen richting de uitgang, mij geen blik meer waardig keurend. Het voelt alsof sommigen alle vertrouwen in de wedstrijdleiding verloren hebben. Lang zit ik daar niet mee. Ik denk alweer vooruit: volgend jaar het 45e OKU!