Westland Schaakt

De site voor alle schaakactiviteiten in het Westland

janvandenende.jpg - 43.88 kbHet was niet de bedoeling om een vervolg te geven aan het stukje van afgelopen augustus met bovenstaande titel, maar de ontwikkelingen noopten mij om alsnog een tweede aflevering over de spelregelwijzigingen te maken. De soap was namelijk nog niet ten einde. In het eerste deel werd onder meer uit de doeken gedaan dat de tekst van artikel 7 (Onregelmatigheden) van het nieuwe reglement, wat inging op 1 juli 2017, niet helemaal overeen kwam met de interpretatie die de FIDE er begin juli aan gaf. Dit hebben ze zelf ook ingezien – of het is ze duidelijk gemaakt, want zoveel inzichtelijkheid dicht ik de verantwoordelijke heren van de FIDE nou ook weer niet toe.

Eind augustus kwamen ze opnieuw met een plan om toch maar het gekwelde artikel 7 tekstueel te restylen zodat er geen misverstanden meer kunnen ontstaan over de bedoelde uitvoering ervan. Buiten nog twee kleine wijzigingen (A4.3: beide vlaggen gevallen = remise, is eruit gehaald vanwege het gebruik van elektronische klokken met increment; en A4.5: de arbiter ‘moet’ het vallen van de vlag melden in plaats van ‘mag’) zat er ook nog een extra presentje in het voornemen wat zomaar uit de lucht kwam vallen: bij rapid- en snelschaak kan de winst pas na de tweede onreglementaire zet van de tegenstander geclaimd worden! Geheel weer op eigen initiatief bedacht, zonder een fatsoenlijke procedure en zonder ruggespraak met de achterban.

Het hele voorstel is half oktober tijdens het FIDE-congres in Goynuk, Antalya (Turkije) bekrachtigd en de ingangsdatum was 1 januari 2018. De procedure bij een onreglementaire zet is nu bij rapid- en snelschaak bijna hetzelfde als bij standaardschaak. Het enige verschil is nog dat bij rapid- en snelschaak de onreglementaire zet door een speler geclaimd moet worden – of arbiter moet ingrijpen – voordat die speler een volgende zet gedaan heeft. Voor rapid gaan we terug naar oude tijden van voor 1 juli 2014 en dat lijkt mij een goede zaak. Voor snelschaak ligt dat iets anders. Het is bij deze vorm van schaken compleet nieuw om na een eerste onreglementaire zet de stelling terug te moeten zetten en de arbiter te roepen om er een minuut bij te krijgen op de klok. Met de verwarring erbij, die bij dit alles soms ontstaat, kost dit allemaal zoveel tijd dat de ronde voor de andere spelers er al bijna op zit. En wat te denken van die extra tijd waar de speler aan zet op dat moment gebruik van kan maken om zijn volgende zet te bedenken? Het kan zomaar de helft van de totale bedenktijd zijn! Nee, hier hoeven we niet blij mee te zijn. Maar zolang een toernooi niet aan de FIDE gerapporteerd wordt kan een organisatie natuurlijk altijd besluiten om volgens de oude regels te spelen.

Over de verwarring die kan ontstaan na een onreglementaire zet hebben we pas nog een prachtig voorbeeld van gezien wat de hele (schaak)wereld over is gegaan. Eind december is in Riyad, de hoofdstad van Saoedi-Arabië het WK Rapid en Blitz gehouden. In de eerste ronde van het Blitz-toernooi speelden wereldkampioen Magnus Carlsen en de 32-jarige Russische GM Ernesto Inarkiev tegen elkaar.

44_2.jpg - 59.51 kb

Carlsen (wit) heeft hier net 27.Txb7+ gespeeld en heeft zich in een winnende positie gemanoeuvreerd. Inarkiev negeert het schaak en doet 27…Pe3+! Bewust of onbewust? In een interview na afloop beweert hij in ieder geval het schaak niet opgemerkt te hebben. Carlsen verzuimt winst te claimen en speelt 28.Kd3. Hierop zet Inarkiev onmiddellijk de klok stil en roept de arbiter om zelf de winst te claimen omdat volgens hem 28.Kd3 onreglementair is omdat deze zet niet gespeeld had mogen worden in de illegale positie. De arbiter van dienst maakt geen beste beurt. Na wat uitleg van de spelers vraagt hij: “Dus het is remise?” “Nee, ik win!” zegt Inarkiev er gelijk achteraan en legt nog eens uit waarom, waarna de arbiter het onderonsje besluit met het woord: “Oké!” en hij kent de winst toe aan Inarkiev. 28.Kd3 is echter beslist geen onreglementaire zet. Er staat duidelijk in de spelregels (A4.2) ‘Als de tegenstander niet claimt en de arbiter niet ingrijpt, blijft de onreglementaire zet gehandhaafd en de partij wordt voortgezet’. De partij had dus gewoon verder moeten gaan na 28.Kd3 en Inarkiev moet dan het schaak gaan opheffen. Even later herroept de door Carlsen erbij gehaalde hoofdarbiter dan ook de beslissing en besluit dat er inderdaad verder gespeeld moet worden na de zet 28.Kd3.  Inarkiev weigert echter verder te spelen en zodoende komt de winst toch bij Carlsen terecht. Er wordt beroep aangetekend door Inarkiev omdat hij na de uitleg van de hoofdarbiter nog steeds vindt dat hij in zijn recht staat – kosten 500 dollar – maar het protest wordt afgewezen door de commissie van beroep. Pleister op de wonde voor hem is, dat hij die 500 dollar niet hoeft te betalen vanwege zijn ‘toch zeer interessante claim’. 

Nog even terugkomend op de nieuwe regel voor rapid- en snelschaak: ik heb nog een tip voor diegenen die zich er nog niet in hebben verdiept. Als je tegenstander een schaakje over het hoofd ziet, zoals Inarkiev, en hij zet jou daarna niet schaak, dan zou ik niet claimen! Wat heb je daar aan? De stelling moet terug en je krijgt een of twee minuten erbij. Meestal beter is dan gewoon een volgende zet doen waarbij je bijvoorbeeld iets slaat of de dame aanvalt. Je tegenstander moet daarna namelijk het schaak opheffen waarna jij de tijd krijgt om je sluwe actie te voltooien en zo er een winnende stelling aan over te houden!