Deze keer een bijdrage van collega-arbiter Joost Jansen over een valsspeler. Hij heeft veel tijd en energie gestopt in deze kwestie om het recht te laten zegevieren en heeft dit verwoord in onderstaand verslag.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Vorig jaar raakte ik, voorafgaand aan een ronde bij het ONK in Dieren, in gesprek met een schaakmoeder en haar zoon. De ronde ervoor had ik een telefoonincident met een nul bestraft. De moeder vertelde dat haar zoon bij een veel ernstiger geval bij het HSG-toernooi (zijn tegenstander werd met diens notatieformulier van de nog aan de gang zijnde partij buiten de speelzaal betrapt met een werkende telefoon) een wedstrijdleider had getroffen die dat met een waarschuwing (niet meer doen he!) had afgedaan. Ook een arbiter maakt wel eens een beoordelingsfout...
In de loop van het Science Parktoernooi van dit jaar werd hoofdarbiter Aart Strik getipt dat een speler in de D-groep mogelijk niet koosjer was. We zijn hem toen in de gaten gaan houden, maar konden hem niet op heterdaad betrappen.
Tijdens de achtste ronde kwam het schakertje uit de eerste alinea samen met een vriendje naar me toe om te vertellen dat degene die wij in de gaten hielden dezelfde was die hem in 2018 geflest had. Dat droeg bij aan het vermoeden dat we niet met een incidentele fraudeur te maken hadden, maar met een notoire valsspeler. Ondertussen had hij na acht ronden evenzovele punten verzameld, om vervolgens in de negende ronde als een natte krant te verliezen van een niet eens zo erg sterk Russisch meisje. Had hij toen geen telefoonassistentie meer nodig omdat hij al verzekerd was van de eerste prijs, of durfde hij geen vreemde actie te ondernemen omdat zijn moeder en broertje aanwezig waren?
Inmiddels was gebleken dat deze speler ook in HSG 2019 en in het NOVA-toernooi 2019 enorme scores had neergezet; in Hilversum scoorde hij 5,5 uit 6 in de C-groep, en in Haarlem 5 uit 5 in de B-groep die tot 1900 ging. In Haarlem was ik ook arbiter, en het ergerde me sowieso dat niemand van ons arbitrale trio daar enige argwaan heeft gekoesterd. Ook heeft geen van zijn tegenstanders daar gewag gemaakt van enig vermoeden dat er iets niet in de haak was.
In Dieren deed hij mee in de reservegroep C. Alle arbiters aldaar waren inmiddels op de hoogte, en alert op merkwaardig gedrag. Tijdens de eerste twee ronden leek er weinig aan de hand; de tegenstand was wellicht dermate zwak dat hij weinig of geen externe hulp nodig had. In de derde ronde kwam daar verandering in. Zijn toiletbezoek nam toe tot zo’n vijftien keer per partij, waarbij hij afwisselend voor de drie beschikbare toiletblokken koos. Veelal bleef hij daar vijf tot wel twaalf minuten, soms staand, meestal zittend (de toiletdeuren laten toe dat de voeten zichbaar zijn). En ik wil eigenlijk van niemand weten hoe hij of zij op het toilet zit, maar met een been over het andere geslagen, zodat er maar één voet op de vloer staat…? Ik heb er een foto van.
Halverwege de vierde ronde vond hoofdarbiter Koos Stolk het welletjes. Hij wachtte de speler op na het zoveelste toiletbezoek, en confronteerde hem met onze verdenkingen. Glashard ontkende hij alle aantijgingen, en hij toonde zich zelfs verontwaardigd dat hij überhaupt verdacht werd. Hij weigerde overigens zich te laten fouilleren. Dat staat inderdaad op gespannen voet met het Burgerlijk Wetboek, maar de FIDE Anti Cheating Guidelines staan het wel toe. Koos besloot het vooralsnog niet op de spits te drijven, en liet de speler zijn partij vervolgen.
Je zou verwachten dat hij zich na zo’n confrontatie zou realiseren dat hij in de gaten werd gehouden, maar dat bleek nergens uit. Hij bleef de toiletten frequenteren, soms zelfs zet na zet. Vanaf onze arbiterstafel konden onze stagiair Jarno Witkamp en ik hem prima observeren, en we hielden van iedere partij een soort logboek bij: welk toilet bezoekt hij, en hoe lang, en bij welke zet. Ook beschikten we inmiddels over een aardige verzameling van zijn partijen uit Haarlem, Amsterdam en Dieren, die in de arbiterskamer aan een uitvoerige analyse werden onderworpen. Het wachten was op een moment van heterdaad.
Mij zat het inmiddels allerminst lekker, al was het maar omdat ik zowel bij het NOVA-toernooi als bij Science Park arbiter was. Bovendien was ik dagelijks getuige van de merkwaardige manoeuvres van de betreffende speler. Ik heb toen bij Sernin van de Krol, collega-arbiter annex techneut, geïnformeerd of er een betaalbare scanner verkrijgbaar was waarmee een telefoon kon worden opgespoord zonder lijfelijk contact. Binnen enkele minuten had hij er een gevonden, die ik terstond heb besteld.
Door een misverstand met postnl werd de scanner pas tijdens de achtste ronde bezorgd. We hebben het ding toen onverwijld uitgeprobeerd. De telefoon in de sok van Koos en zelfs een metalige pen van Jarno werden zonder moeite met een bzzz gevonden, evenals de sleutelbos en de telefoon in mijn eigen broekzakken.
Na die geslaagde tests heeft Koos de speler opgewacht. Samen met Ron Bleeker, de arbiter van zijn groep, heeft hij hem meegedeeld dat hij hem graag met een scanner wilde onderzoeken. Na eindeloos gesputter en gestribbel leek hij daarin toe te stemmen. Koos riep mij erbij. Maar na een kleine demonstratie: bzzz telefoon, bzzz sleutelbos, wilde hij toch maar liever niet gescand worden. Koos hield hem voor dat een weigering beschouwd zou worden als een positief scanresultaat, en wees hem op de gevolgen daarvan: verwijdering uit het toernooi en rapportage aan de KNSB en de FIDE, met het heel wel denkbare resultaat van een paar jaar schorsing, plus het onuitwisbare predicaat van valsspeler voor de rest van zijn schakersloopbaan.
Uiteindelijk gaf hij toe dat hij een telefoon bij zich had, en kreeg Koos hem zover dat hij het ding overhandigde. Het zat in een binnenzak van zijn broek. Op de telefoon stonden onder meer diverse schaak-apps, en een file met al zijn partijen uit de genoemde toernooien. Na in totaal een minuut of veertig, Koos heeft het onderzoek met veel geduld uitgevoerd, is de speler vertrokken. Zijn partijen in het ONK zijn allemaal gewonnen verklaard voor zijn tegenstanders. Ze zullen niet voor de rating worden verwerkt, en vooruitlopend op een uitspraak van de tuchtcommissie van de KNSB zijn ook zijn partijen uit zijn eerdere toernooien geannuleerd voor ratingverwerking.
Zelden ben ik zo content geweest met de aanschaf van een apparaat dat ik zo weinig mogelijk hoop te hoeven gebruiken. Het is overigens voor iedere arbiter te leen, mocht daar aanleiding toe zijn.