In de vijfde ronde van de competitie speelden we thuis tegen medekoploper Rijswijk. Mede omdat Rijswijk niet op volle oorlogssterkte was, waren we op papier de grote favoriet. We maakte die favorietenrol waar door met 5-3 te winnen, waardoor we nu twee matchpunten los staan.
Bij Henk op bord 6 ontstond via zetverwisseling een Oud-Indische stelling. Zwart had een duidelijk strategisch plan en wilde dominantie op de zwarte velden bemachtigen. Tactisch zat er een gat in het plan en Henk was gelukkig alert. Met een giftig paardoffer op e5, gevolgd door een schijnoffer van het tweede paard won Henk 2 pionnen. Bovendien waren na verdere afwikkelingen de 2 torens en lopers van wit de baas over de zwarte dame en paarden. Zwart verdedigde zich nog taai, maar er was geen houden aan. De partij eindigde met een aardig mat, sportief van zwart om dat toe te laten
Stefan kreeg een beetje een rustige opening tegen waarin hij snel na de opening wat ruimte kon pakken. Hierna kon Stefan met de opmars van zijn h-pion voor problemen zorgen. Zijn tegenstander moest een stuk offeren voor 2 pionnen, maar Stefans aanval verdween daarmee niet. In complicaties joeg hij zijn tegenstanders koning van g1 naar d3 om vervolgens via een geforceerde variant mat te gaan op h1.
Michiel stond passief na opening. Hij koos het verkeerde plan waarna wit zijn dame kon insluiten. Gelukkig zag zijn tegenstander dit niet. Vervolgens werd er afgewikkeld naar een gelijk eindspel. Gezien de stand op de andere borden mocht Michiel remise maken.
Op bord 4 speelde Manfred met de witte stukken. Na een gelijkwaardige opening van beide zijden verloor zwart een tempo door een onhandige damezet. Dit gaf wit de gelegenheid een plus op te bouwen op de koningsvleugel en de mogelijkheid de aanval te switchen naar de damevleugel. De stelling was echter best lastig met vele opties. Het voordeel liep iets terug, hoewel de stelling beter bleef voor wit. Kort voor de tijdnood kwam er een remiseaanbod van zijn tegenstander. Teamleider Timon zat zelf achter het bord en dus besloot Manfred toch nog maar even door te spelen, met alle risico van dien. Waar zwart denktijd kon sparen met enkele enige zetten, moest wit veel rekenen. De mindere bedenktijd ging mee spelen in het late middenspel en het witte voordeel verdween. Hoewel de stelling nog gelijkwaardig was, voelde achter het bord de zwarte stelling comfortabeler en zeker praktischer. Na een remiseaanbod van mijn kant in tijdnood, kwam er na enige tijd toch ook weer het voorstel van mijn tegenstander om de vrede te tekenen. Remise dus.
Marnix kreeg op bord 2 een opening op het bord die zijn tegenstander de afgelopen week drie keer op het bord had gehad in Wijk aan Zee. Hierdoor kon zwart redelijk vlot spelen, maar moest Marnix achter het bord het meeste zelf verzinnen. Ondanks een flinke tijdachterstand ging dat goed. Zwart wist echter wel door actief spel gelijkspel te halen. In de slotstelling forceerde Marnix, mede vanwege de achterstand op de klok en gezien de stand, een algehele afruil wat een potremise toreneindspel opleverde. Remise derhalve.
Jan-Willem speelde op bord 1 met zwart tegen dezelfde tegenstander als 2 weken geleden in de beker. Dit keer kwam er een Slavische Ruilvariant op het bord. Zoals wel vaker in deze opening had zwart geen problemen, maar het initiatief overnemen lukte niet. In opkomende tijdnood lukte het niet om wit te verleiden tot activiteit. Wit bleef solide staan en er was geen doorkomen aan. Remise derhalve.
Timon ruilde na de opening zijn loper tegen een paard om de witte pionnenstructuur te ruïneren. Zijn tegenstander speelde instinctief een pionoffer, wat de enige zet was om met wit een voordeel te houden, maar wist daar geen vervolg aan te geven en Timon kwam een gezonde pion voor. Na een slechte zet, kon wit toch weer wat tegenspel krijgen en dreigde remise te maken met eeuwig schaak. Om dit uit de weg te gaan, offerde Timon een kwaliteit, wat objectief gezien wit weer licht het voordeel gaf. Timon wist echter toch weer langzaam aan het initiatief naar zich toe te trekken, maar miste in tijdnood een mogelijkheid van zwart om torens te ruilen. Het resterende eindspel met paard en 7 pionnen tegen toren en 5 pionnen was remise totdat wit zijn toren weggaf met een paardvorkje.
Johan had na een mislukte opening een pion minder en de enige compensatie was een halfopen lijn. Ergens halverwege had Johan een stukoffer gevonden, maar dat kon zijn tegenstander helaas weigeren. Met wat moeite kon Johan afwikkelen naar een eindspel met ongelijke lopers. Helaas ook met ongelijke kansen met nog steeds die pion minder. Een nul dus. Gelukkig waren toen de matchpunten al binnen.